Enki Bilal - interview

Geplaatst op zaterdag 26 januari 2002 @ 00:02 , 634 keer bekeken

Enki Bilal; Je kan geen tekst illustreren zonder het met de inhoud eens te zijn! Enki Bilal is een van de belangrijkste realistische tekenaars uit Frankrijk van de 'nieuwe generatie'. Samen met Christin maakt hij de verhalen voor de serie "légendes d'aujoud'hui" (In het nederlnds verschenen als de serie "Er was eens een voorbijganger") . In deze serie verschenen tot nu toe de albums "La croisère des oubliés", "Le vaisseau de pierre" en "La ville qui n'existait pas" en "Les phalanges de 'orde noir". Hoewel de serie in Frankrijk wordt gepresenteerd als delen van de reeks "Histoires Fantastiques", wordt het 'fantastische' element in de verhalen steeds minder. Een ding wordt wel duidelijk als je verhalen leest: het zijn niet zomaar verhaaltjes om je mee te vermaken, maar ze hebben een maatschappijkritische boodschap. Dat klinkt zwaarder dan 't is. Christin en Bilal zijn geen doordrammerige zendelingen. In Nederland hebben we kennis kunnen maken met de verhalen uit de serie : bij Oberon verschenen "Het dorpje dat ging vliegen", "Het schip van steen", "De onbestaanbare stad" en de "Falangisten van de zwarte Orde".

Redenen genoeg om een interview met tekenaar Bilal uit het Franse blad Schtroumpffanzine over te nemen. Je bent een van de vele tekenaars die debuteerde in Pilote. Hoe ben je bij dit blad gekomen? Ik begon daar met vier of vijf fantastische verhalen, die later in de bundel L'Appel des Etoiles zijn uitgegeven. Toen de SF bij Pilote op kwam zetten maakte men mij min of meer duidelijk, dat er een beetje teveel van was, en dat ik beter iets anders kon gaan tekenen. Men vroeg of ik voor de actuele pagina's wilde gaan tekenen. Dat ben ik gaan doen, maar alleen als tekenaar. Ik heb altijd met scenaristen gewerkt, die zo'n beetje geabonneerd waren op dit soort werk. Het was niet erg opwindend, maar een ramp was het ook weer niet. Kwa techniek heb ik er veel van geleerd en ook heb ik er snel door leren werken. Hoe ben je met strips tekenen begonnen? Nogal makkelijk. Ik heb de strip ontdekt toen ik in Frankrijk ging wonen, op m'n elfde of twaalfde jaar. Ik had altijd al getekend, maar deze manier van verhalen vertellen was nieuw voor mij. Ik raakte enthousiast en ik wilde al gauw zelf zoiets gaan doen.
Heb je een tekenopleiding gevolgd? Nee, niet echt. Ik heb wel een soort cursus op de middelbare school gevolgd en ik had me ook ingeschreven voor de kunstacademie, maar die heb ik laten vallen toen ik bij Pilote kon gaan werken. Mijn ontmoeting met Christin bij Pilote is erg belangrijk geweest. Toen ik hem ontmoette, bood hij me een scenario aan, dat in eerste instantie bedoeld was voor Tardi. (voor de serie Légendes d'aujourd'hui). Ik vond het in het begin wel lastig dat ik tekeningen moest maken van het heden. Door mijn smaak en mijn manier van tekenen was ik een soort tekenaar geworden van alleen maar 'fantastische' verhalen en science fiction. Ik moest eerst een probleem oplossen: het probleem van de documentatie. In La Croisière des Oubliés kan je nog zien wat voor problemen ik daarmee had. Het ging al wat gemakkelijker bij het tweede deel Le Vaisseau de Pierre. Hoewel ik veel minder documentatie had over Bretagne dan over Les Landes, is het me toch beter gelukt om de atmosfeer te pakken te krijgen en die weer te geven... Toen het zover was, vond ik dat het een serie was waarvan ik juist heel veel kon leren. Nu ben ik echt enthousiast, en dat ondanks het feit dat het 'fantastische' in de verhalen steeds minder belangrijk wordt. Dat kon je al zien in La ville qui n'existait pas, en in het volgende verhaal Les Phalanges de l'ordre noir is er bijna helemaal niets meer van over. Hoe vindt de samenwerking tussen jou en Christin plaats? Ben je 't eens met zijn ideeën of stel je je er tevreden mee alleen z'n scenario's te illustreren? Je kan geen tekst illustreren zonder het met de inhoud eens te zijn. Als je dingen samen doet is het absoluut noodzakelijk dat de twee partijen het met elkaar eens zijn. Laten we zeggen dat ik het in het algemeen met hem eens ben. Er zijn af en toe wel kleine verschillen, maar daar komen we altijd wel uit. Christin maakt een intelligente en interessante strip en we moeten we mee door gaan.
Jij begon in Pilote toen Goscinny nog hoofdredacteur was. Wat had jij voor ervaring met hem? Weinig eigenlijk. Maar laten we zeggen dat onze kontakten goed waren. Hij heeft me de mogelijkheid gegeven om te debuteren, zoals hij zovelen de kans heeft gegeven. Ik kon best redelijk met hem opschieten. Op een geven moment verdwenen er allerlei tekenaars bij Pilote. Jij bleef trouw aan Pilote. Waarom ben jij niet in die beweging gevolgd? Ik ben niet gewoon om zomaar zonder reden te volgen. Degenen, die Pilote verlieten, zoals Bretécher, Gotlib, Mandryka, Druillet en Giraud hadden zeer zeker goede redenen om bij het blad weg te gaan. Maar ik had er geen, integendeel ik had alle reden om te blijven, wat ik was net met Christin begonnen aan de serie "Légendes d'aujourd'hui". Het heeft me niet verhinderd om andere dingen te doen. Voor "Metal Hurlant" bijvoorbeeld. Metal was voor mij hét in SF gespecialiseerde blad. Maar bij nummer vijf of zes ging het mis. Metal heeft toen zijn ziel verloren en heeft het pad van de goede SF, de intelligente verlaten. Het is nu een soort vaandeldrager geworden van nieuwe modes en snobismen, een beweging van het herkauwen van stromingen. Ik had het gevoel daarin niet te kunnen functioneren. Je hebt toch een verhaal in Metal gepubliceerd, nogal iets anders als je gewoonlijk maakt. (Exterminateur 17). Het was een oud project van Dionnet en het was oorspronkelijk voor Nathan bedoeld. Twee jaar later stelde hij het me weer voor en ik heb ja gezegd omdat het me wel interessant leek.
Wat was je reactie op het scenario van Dionnet? Een nieuwsgierige ... ik geloofde er de eerste tien pagina's helemaal in, maar plotseling haakte ik volledig af. Je zou het 'onverenigbaarheid van onze karakters' kunnen noemen. Dat is een van de gevaren bij het samenwerken in de SF. Ik heb 't verhaal afgemaakt zonder enthousiasme, ik tekende automatisch. Zoiets was me nog nooit overkomen. Het leek me of het verhaal maar uitgerekt werd. Het verhaal had een maximum van dertig pagina's moeten hebben. Ik heb toen wel besloten om bij SF nooit meer met iemand samen te werken. Wat zijn je plannen op het gebied van SF? Ik ben bezig met een science fiction verhaal van 60 pagina's. Ik zal het verhaal hier niet vertellen, want veel van de dingen in het verhaal hebben te maken met de sfeer. Laten we zeggen dat ik de thema's probeer uit te werken, die voor mij belangrijk zijn. Ik verwerk er politieke, mythologische en barokke elementen in. Het kost me nogal wat moeite want tot nu toe heb ik alleen maar verhaaltjes gemaakt van 8 pagina's, maar dat werd op den duur frustrerend, je hebt te weinig mogelijkheden. Waar komt dat verhaal in te staan? In Pilote. Ik had eerst gedacht aan "a Suivre" maar zwart-wit is het voor mij niet helemaal. De mogelijkheid bij Pilote om direkt in kleur te werken heeft de doorslag gegeven. Ik beschouw kleur als primair in de strip. Daarom probeer ik die in de meeste gevallen zelf te doen. Mijn vrouw helpt me nog wel 'ns als het er gaat in te kleuren op blauwdrukken.
Er was een pagina in "La ville qui n'existe pas" (de onbestaanbare stad), die kwa kleur erg mooi was. Het was de pagina met die begravenis in de regen, waar je een fel gekleurde paraplu tekende tussen allemaal zwarte paraplus... Ik moet zeggen dat in dit geval Christin voor de eerste keer in z'n leven tussenbeide kwam in z'n scenario, wat betreft de tekeningen en de kleur. Hoe werk je met Christin? Als je verhalen maakt die een hedendaags kader hebben, dan ben je verplicht om een zeer lange en minitieuze voorbereiding te maken. Als we een thema gevonden hebben voor een verhaal, dan vertrekken we naar de plek waar dat verhaal speelt en dan maken we een reportage. Voor La vile qui n'existe pas hebben we fabrieken bezocht en hebben we kunnen konstateren, dat de arbeiders niet erg blij waren met hun arbeidsomstandigheden. We hebben voor dat verhaal zowat het hele noorden afgeschuimd, foto's genomen, aantekeningen gemaakt en informaties ingewonnen. Toen dit voorbereidende werk klaar was, maakte Christin een synopsis en daarna een zeer elastische indeling van dat verhaal. Dan begint het tekenwerk. Het is geen echt teamwork. Ieder is zelfstandig in zijn eigen gedeelte. Maar bij de geringste problemen komen we bij elkaar en praten we er over en komen tot besluiten. Je kan natuurlijk niet werken als je van te voren niet accoord bent en begrip hebt voor elkaar. In ieder geval is het werken op een scenario van christin voor mij een genot wat ik nog niet eerder heb mogen smaken bij scenario's van anderen. Ik begrijp die mensen ook niet die wat tegen zijn verhalen hebben.
Je zou hem kunnen verwijten dat hij altijd dezelfde thema's en altijd dezelfde vooroordelen heeft in z'n verhalen of hij nou met jou of met Leseur of Mézières werkt... Maar iedere schrijven heeft toch z'n favourite thema's en z'n eigen vooroordelen. Hoe kan men ons verwijten dat we over dingen schrijven, waar we elke dag me gekonfronteerd worden? (het leger, de luchtvervuiling, problemen van de arbeiders, de wereld). Ik vind dat het ons tot eers trekt, dat we deze vooroordelen hebben. Verwijt men Pratt, dat hijeen eigen belevingswereld heeft en dat hij die uit? Nee! Toch zijn het altijd dezelfde thema's in zijn verhalen. Mensen die zo denken geven blijk van bekrompenheid en intolerantie. Hetgene, wat Christin maakt verstort hun politieke zekerheden. Men zegt dat we in elk album hetzelfde vertellen. Wat een onzin! Als je een krant openslaat, moet je begrijpen dat alles een eeuwige herhaling is. Die mensen zouden eens moeten accepteren dat strip ook voor volwassenen kunnen zijn en wel eens over andere dingen kunnen gaan, dan de strips waarvan zij al jaren in extase raken. Dat soort strips herhalen zich echt. Ik denk daarbij aan bepaalde Amerikaanse bondage strips, die bewierrokt worden uit een soort snobisme of om niet voor achterlijk versleten te worden. Maar het nieuwe publiek vergist zich niet... In het algemeen hoor je dat de 'nieuwe bladen' ontstaan zijn, omdat tekenaars bij Pilote zo weinig vrijheid hadden. Heb jij problemen gehad met censuur? Nee, niet dat ik me kan herinneren. Tamelijk politiek getinte verhalen mochten er altijd toch wel in. Het lijkt misschien raar dat een frote uitgeverij als Dargaud je laat begaan, maar waarom ook niet? We bedrijven geen militant extremisme. We hebben 't over dingen, waarover je het moet hebben! Als je het scenario van Christin hebt gekregen, hoe ga je dan te werk? Laten we zeggen dat ik dan plosteling in de huid van een regisseur zit! Christin legt je niets op, op het gebied van pagina indeling ben ik vrij. Daar heb je dat wederzijdse vertrouwen waar we 't al over gehad hebben. Als tekenaar verander ik af en toe wat details: een situatie, een dialoog, maar praktisch nooit iets aan het verhaal zelf. En dat bevalt me zo prima.
Geloof je niet dat de mode van de science fiction strip aan een aantal onbekwame tekenaars de mogelijkheid geeft om zich op de voorgrond te dringen? Het is niet onmogelijk. Iedereen weet dat je door grafische uitspattingen waas de SF je de mogelijkheid toegeeft, bepaalde gebreken in je tekentechniek kunt maskeren. Maar het probleem van een goed scenario lijkt me belangrijker. Daarom heeft Metal Hurlant me ook zo teleurgesteld. Het niveau van de gemiddelde SF strip is erg laag. We moeten van de afgelebberde thema's uit de jaren vijtig af. Ze hadden wel hun charme, maar ze zijn teveel herhaald. En die op de mode geinspireerde thema's als punk, die zijn wel 'ns leuk als experiment, maar ze blijken nogal leeg. Waarom science fiction en geen western of politieverhalen? Bij science fiction heb je totale vrijheid. Je moet alleen oppassen dat je niet in de clichés van het genre vervalt. Als je daar vanuit gaat en je niet te buiten gaat aan grafische uitspattingen, dan kan je fantastische dingen maken. In de SF strip kan je nog zoveel doen. Bij SF kan je een hele nieuwe wereld scheppen, bij de western zit je met thema's die bijna allemaal al een keer gebruikt zijn...
Er komen nogal wat ouden van dagen voor in je strips... Hoe zit dat? In het echte leven heb je niet alleen van de superbinken en prachtstukken, zoals je vaak alleen maar ziet in strips. En bovendien hou ik er van om dat soort mensen te tekenen. Ik werk nogal veel met arceringen en die manier van tekenen maakt iedereen oud. Als ik een jongetje van drie teken wordt hij altijd vier jaar ouder. Maar in het verhaal waarmee ik nu bezig ben, zit 't wel goed, want daar komen alleen maar ouden van dagen in voor... Voor wat voor publiek teken je? Geen enkel duidelijk publiek. Ik denk dat Christin en ik een ander publiek bereiken, dan alleen het fanaten publiek. En dat is niet zo slecht.Je kan wat vrijer ademhalen... This interview was appeared in the Dutch magazine Stripschrift, number 120, 1979. bron: http://www.euronet.nl/users/rpk/ss120bil.htm


Welkom bij Clubs!

Kijk gerust verder op deze club en doe mee.


Of maak zelf een Clubs account aan: