De andere strip

Gisteren, 14 september, overleed Gilles Chaillet in het Franse Margency. De laatste tijd sukkelde hij zwaar met zijn gezondheid. Zijn dood was nakend.

Gilles Chaillet is geboren op 3 juni 1946 in Parijs. In 1965 gaat hij aan de slag voor de Franse uitgeverDargaud. Hij wordt in studioverband ingezet op de inkleuring van onder meer Tanguy en Laverdure, Olivier Blunder, Roodbaard, Bob Morane en Blueberry. Zijn eerste strippasjes in het oude Rome zette hij in 1973 anoniem als cotekenaar van veertien geïllustreerde boekjes over Idefix, het hondje van Obelix. Het merendeel van de illustraties voor de mosterdpotten van Asterix en Obelix zijn tevens van zijn hand. Romeinse helmen tekenen kon-ie wel. Op vraag van Jean-Michel Charlier tekende hij de laatste vier platen van het Roodbaard-album De Helleschuit naar de schetsen van Victor Hubinondie zwaar ziek was. 
 In 1976 meldde Chaillet zich aan als kandidaattekenaar voor de reeks Lefranc van Jacques Martin. In zijn jeugd kreeg de lezer van het weekbad Kuifje de stripmicrobe definitief te pakken dankzij de voorpublicatie van Alex: De Tiara van Oribal. Hij wist in 1955 al dat hij striptekenaar zou worden en de fascinatie voor het antieke Rome was er ook al. Met zijn eerste Lefranc-verhaal De Poorten van de Hel liet hij zich meteen opmerken als een begenadigd realistisch tekenaar in de stijl van zijn grote leermeester Martin. De samenwerking zou meer dan twintig jaar en negen Lefranc-albums duren. In 1997 verscheen met Lefranc 13: De Diefstal van de Spirit zijn laatste album. Hij illustreerde ook De Reizen van Orion die na het oplossen van het dispuut tussen Jacques Martin en uitgeverij Casterman in de jaren 1990 werd omgevormd naar De Reizen van Alex..

  In 1980 publiceerde hij in het weekblad Kuifje de eerste platen van Goud en Wapens, het eerste avontuur van Vasco. Voor deze historisch verantwoorde stripreeks koos Chaillet een van de boeiendste periodes van de geschiedenis die een uitgebreid beeld geeft van het Europa in de veertiende eeuw. Als neef van een Italiaanse bankier reist de onbesuisde held de toenmalige wereld rond. Het Spook van Brugge brengt 'm zelfs in onze contreien. Geplaagd door een kwaal aan de hand enerzijds en opgeslorpt door talloze projecten anderzijds laat hijVasco over aan zijn voormalige assistent Frédéric Toublanc die vanaf deel 21, De Zwarte Dame, de reeks als tekenaar overneemt. De laatste jaren verschenen bij Le Lombard zeven Franse Vasco-integrales met extra's over de historische achtergrond en de evolutie van de stripreeks. Deze extra's werden achteraf gebundeld in het speciale boek Les Mémoires Secrets de Vasco. In februari 2012 verschijnt het nog door Chaillet geschreven deel 24, Le Village Maudit (Het Vervloekte Dorp) bij Le Lombard. Het is het derde en laatste deel van de cyclus. Na dit drieluik moest een tweeluik volgen dat over de jeugd van Vasco in Napels vertelt. In een interview maakte Chaillet een beetje zijn beklag over de traagheid van Toublanc die niet meer dan twee platen per maand tekent.

Naast Vasco begint Chaillet in de 21ste eeuw nieuwe reeksen te creëren. In 2001 lanceert hij voor tekenaar Bernard Capohet avontuurlijke Tombelaine waarvan vijf albums verschenen bij Casterman. De moderne thriller Intox komt er in 2003 voor tekenaar Olivier Mangin. Slechts twee van de vijf albums zijn vertaald bij Talent. Hij participeert vanaf 2000 aan de conceptreeks De Geheime Driehoek van Didier Convard dat een weergaloos succes werd. Daaruit vloeit de collectie De Zwarte Loge bij Glénat. Chaillet maakt er de reeks De Laatste Profetie voor. Het vijfde en laatste album stond op zijn lijstje dringend af te wreken projecten. En daar leek hij ook in te slagen dankzij Dominique Rousseau (Condor) die 'm als tekenaar vervangt. De verschijning was voorzien voor eind dit jaat.

Wellicht zijn belangrijkste project is het lijvige, geïllustreerde boek Dans la Rome des Césars in 2004. Een reproductie van een met de hand getekende reuzeposter zit bij dit boek. Daarop staat het oude Rome voor diens val omtreeks 314 na Christus. Een leven aan research gaat vooraf aan het tekenen van de immens gedetailleerde plattegrond waar zo'n vijfduizend uur tekenwerk in kruipt. Zijn vrouw doet er nog eens drieduizend uur bovenop om alles in te kleuren. In 2009 verscheen een Japanse versie. Een Italiaanse en Duitse editie zijn er ook al. 

 In 2008 werkt hij opnieuw samen met Convard voor het tweeluik Vinci, een soort CSI waarin Leonardo da Vinci wordt ingeschakeld om een seriemoordenaar te zoeken. Eind dit jaar verschijnt bij Glénat een Franse integrale met extra schetsen. Het inkten van Vinci liet hij over aan Marc Jailloux (huidig tekenaar van Orion) die op basis van zijn schetsen al bezig is aan een nieuw tweeluik dat zich in de renaissance afspeelt met deze keer Michelangelo in de hoofdrol. In 2011 komt er nog voor Christian Gine de peplum De Schilden van Mars bovenop. Deel 2 van de trilogie is in de maak.

bron: http://www.stripspeciaalzaak.be/StripFacts.php