De andere strip

De Nederlandse tekenaar Steven De Rie (44) woont sinds zijn jeugd in Antwerpen. De stad loopt als een rode draad door zijn werk. In opdracht van de stad maakte hij drie Antwerpse strips. Het laatste album gaat over het De Coninckplein, maar ook in zijn eigen werk verwerkt hij Antwerpse elementen.

De woning van Steven De Rie in Antwerpen-Noord ligt achterin een oude steeg, die de passende naam ‘artiestengang’ kreeg. ‘De naam is minder romantisch dan hij doet vermoeden’, lacht Steven. ‘Vroeger was hier een koloniale opslagplaats, waarvan de artiestengang de ingang voor het personeel was.’

Hij richtte de benedenverdieping van zijn huis in als atelier, de bovenverdieping reserveerde hij voor een ruime verzameling stripboeken. Vanuit zijn Antwerpse uitvalsbasis werkt Steven onder meer aan de strips van Urbanus. ‘Dat is momenteel mijn enige vaste job. Mijn taak bestaat erin om de tekeningen van Willy Linthout (tekenaar van de Urbanus-strips, nvdr.) om te zetten in zwarte inkt. Op die manier kan Willy zich concentreren op het tekenen.’

Steven heeft nog heel wat nevenactiviteiten. Zo maakte hij twaalf albums van zijn eigen stripreeks ‘De stille getuige’, en tekende hij recent drie strips over de Antwerpse stadsregio. ‘Voor het district Wilrijk maakte ik een stripalbum over het lokale erfgoed, en in Deurne maakte ik een album met behulp van de lokale kinderen.’

Het derde en nieuwste album gaat specifiek in op de geschiedenis van het De Coninckplein en de stationsomgeving. ‘Oorspronkelijk wilden we het verhaal opbouwen rond het ontstaan van het broodje martino, dat voor het eerst in de lokale broodjeszaak ‘De Quick’ werd geserveerd. Maar uiteindelijk hebben we het breder gemaakt en betrokken we de hele wijk in het project.’

Zo zijn er verwijzingen naar de vele hippe bars, die vroeger op en rond het De Coninckplein waren gevestigd. ‘Het plein was destijds een echt uitgaanscentrum’, zegt Steven. ‘In de omliggende straten waren er veel homobars. Een van de straten kreeg daarom de bijnaam Rue Vaseline’, weet Steven. Deze en andere historische aspecten verwerkte hij mee in zijn album. ‘Ook leden van de lokale breiclub, café-uitbaters en bekende Antwerpenaren zijn duidelijk herkenbaar, net als enkele buurtbewoners van vreemde origine die in het boek een traditioneel recept meegeven.’

Als geboren Nederlander is Steven intussen een kenner en liefhebber van de stad Antwerpen geworden. ‘Op jonge leeftijd verhuisden mijn ouders van Amsterdam naar Mechelen. Maar de grootstad Antwerpen sprak me meer aan, en na mijn hogere studies ben ik er dan ook blijven hangen.’